Milieuscan Westervoort

Geschiedenis:
In de aanloop naar de, inmiddels afgeblazen, vestiging van Bruil op de Koningspleij- Noord heeft de provincie Gelderland bij monde van de gedeputeerde Verdaas aan Westervoort een MIS (MilieuInformatieSysteem) toegezegd. Hij deed dit bij de behandeling in provinciale statenvergadering van het burgerinitiatief “voor een beter leefmilieu aan beide zijden van de Pleij”. De wijkraad MSW had bij dit burgerinitiatief veel initiatieven ontplooid. Zij verwachtte derhalve dat zij zou worden betrokken bij implementatie van dit MIS of bij de later aangekondigde milieuscan, bijvoorbeeld in de klankbordgroep Koningspleij–Noord Kleefse Waard. In deze klankbordgroep waren naast de provincie en de betrokken gemeenten ook derden uitgenodigd, zoals de milieugroep Westervoort en onze wijkraad MSW. Na een initiële vergadering is sinds november 2009 niets meer van de provincie vernomen en bleek bovendien de secretariaatsfunctie niet meer te worden vervuld!!

Bestemmingsplan:
De wijkraad blijft zorgen houden over het bestemmingsplan Koningspleij–Noord Kleefse Waard en daarmee over de invulling met mogelijk vervuilende bedrijven van het gebied Koningspleij- Noord. De wijkraad heeft steeds tegen dit plan op diverse plaatsen in de procedure bezwaar aangetekend. Deze procedure loopt op dit moment bij de Raad van State. Tot onze tevredenheid heeft ook de gemeente Westervoort bezwaren ingediend en beroep aangetekend.

MIS (MilieuInformatieSysteem):
De implementatie van het MIS laat ondanks de toezegging van de gedeputeerde op zich wachten. Wel verscheen eindelijk in november 2010 de milieuscan over de gemeente Westervoort opgesteld in december 2009!! De reden van de grote vertraging is onbekend.
De milieuscan geeft aan dat, bij toepassing van de diverse modellen en berekeningen, geen overschrijdingen van de huidige wettelijke normen voor Westervoort zijn vastgesteld. Op zich stemt deze uitkomst tot enige tevredenheid, maar bij deze scan zijn zeker wel kantekeningen te maken.

Kritische kanttekeningen

  1. de betrouwbaarheidsmodellen:
    De uitkomsten zijn bepaald op basis van modellen en modellen hebben hun beperkingen. Hoe dat soms kan uitwerken, blijkt uit de verslagen over de situatie van luchtkwaliteit rond Arnhem in 2009. Bij het milieuverslag over de luchtkwaliteit gaf de toenmalige wethouder aan dat volgens de modellen in de rapportage de luchtkwaliteit was verbeterd, maar zei hij helaas kon deze positieve ontwikkeling niet door de metingen ter plaatse worden onderbouwd. Daarom blijkt nog steeds dat meten is weten!
  2. de feitelijke gevolgen:
    In de praktijk voorspellen de modellen (en daarvan afgeleide milieuvergunningen) niet of niet altijd het gewenste of verwachte resultaat. Een “mooi” voorbeeld is de uitwerking van de modellen voor geuroverlast. Deze uitwerking in de milieuscan Westervoort was natuurlijk weinig zinvol omdat toen het bedrijf van Hermsen al volop bezig was met de verplaatsing. Maar toch: de milieuscan gaf aan dat men op basis van de berekende geurcontour bij onze wijken slechts voor een klein deel geen geuroverlast (< de streefwaarde) en voor het grootste deel (tussen streefwaarde en richtwaarde) een heel beperkte geuroverlast zou ondervinden. De praktijk was de afgelopen jaren wel anders: de geur was vaak overheersend. Het was tot op het dorpsplein (en bij het gemeentehuis) duidelijk te merken. De wijkraad bezit nog een overzicht van vele meldingen uit een jaar: veel meer meldingen dan op basis van het toetsingskader mocht worden verwacht. Tot zover vergunning en praktijk.
  3. de invoergegevens:
    De uitkomsten van een berekening zijn afhankelijk van de nauwkeurigheid en juistheid van de te invoeren gegevens. Is die invoer onnauwkeurig of onjuist dan geldt de Engelse uitdrukking “garbage in is garbage out”. Een duidelijk voorbeeld zijn in de milieuscan de ingevoerde verkeersgegevens voor de luchtkwaliteit. Daarbij wordt, en het is slechts een voorbeeld, voor de Dorpstraat-West aangegeven dat daar in 2008 maar 0,43% zwaar verkeer zou rijden. Dat zijn per etmaal slechts 10 vrachtautobewegingen. Maar elders wordt in de scan gesteld dat 150 vrachtauto’s v.v. voor de aan- en afvoer bij Hermsen zouden zijn ingezet. Nu blijkt later dat bij een verkeerstelling in 2009 (vastgesteld in een onderzoek van de Gemeente) dat 12% van de verkeersbewegingen een gevolg zijn van vrachtverkeer aldaar. Als de invoergegevens zo sterk afwijken van de werkelijkheid dan moet men wel heel erg voorzichtig zijn met de al te optimistische conclusies.
  4. weten wat je kan of moet meten:
    De “Handreiking Meten en Rekenen” van het ministerie van VROM geeft aan dat de gevolgen voor de concentraties van o.a. PM10 tot een afstand van 10 meter van de wegrand moeten worden bepaald. In sommige gevallen mag/moet de invloed van brommers worden meegenomen. Dit is kennelijk bij de diverse verkeersinvoergegevens niet gebeurd. Even rondlopen bij het centrum van Westervoort en men ziet dat diverse bewoonde panden langs Brugweg–Dorpstraat -Kerkstraat binnen de 10 meter van de wegrand liggen. Gelet op de bovenstaande kantekeningen zou een meting van de daadwerkelijke concentraties meer voor de hand liggen, dan te vertrouwen op deze gegevens. Bovendien worden bij de modellen vaak gemiddelden gebruikt en wordt niet gekeken naar de veranderingen door het jaar heen. Een eenvoudige toelichting: als voor geluid wordt uitgegaan van het berekende gemiddelde aantal voertuigen of treinen per uur op basis van het totaal aantal over een dag gemeten, dan is er vaak een aantal uren dat er een veel zwaardere belasting plaatsvindt. Gaat men uit van een bepaalde begroeiing dan is het duidelijk dat de afschermende werking van bomen in de winter is verdwenen. Of met een ander, eenvoudiger voorbeeld: als 50 km/u als norm is toegestaan, dan betekent het niet dat je na een halfuur te hebben stilgestaan daarna een halfuur 100 km/u zou mogen rijden.
  5. Voorbereid op de toekomst voor bijv. PM2.5:
    Bij het gebruik van de milieuscan als toetsingsinstrument: verdient het aanbeveling om ook de toekomstige en inmiddels wettelijk vastgestelde normen voor de luchtkwaliteit in de uiteindelijke conclusies op te nemen. De gemeente zegt dat zij deze milieuscan gaat gebruiken voor het toetsen van de toekomstige plannen en het verlenen van milieuvergunningen. Maar in de milieuscan wordt in het geheel geen aandacht besteed aan de huidige (te berekenen) waardes voor PM 2.5!!
    Juist voor deze vorm van fijnstof is in de nieuwe Wet Milieubeheer onder paragraaf 4 een uitgebreid eisenpakket opgenomen. Daarbij moet bij blootstelling aan een bepaalde waarde het in 2015 leiden tot een verplichte daling van de concentratie in de daaropvolgende jaren. In het algemeen neemt men aan als relatie/gegeven dat wanneer op een locatie aan de grenswaarde van PM-10 wordt voldaan dit ook zal gelden voor de grenswaarde van PM2.5. Gegeven de bestaande onzekerheden/onnauwkeurigheden in de milieuscan verdienen enkele locaties in Westervoort extra aandacht . Als de gemeente uitgaat van bovenstaande relatie voor PM 2.5 dan is extra zorg vereist voor de locaties die in het oranje en in het okergeel in de milieuscan zijn aangegeven. Dit geldt ook voor de diverse plannen die in de omgeving lopen zoals de uitbreiding van o.a bedrijfsactiviteiten in Westervoort–Noord.

Samengevat:
het zou serieus aanbeveling verdienen om deze milieuscan op basis van bovengenoemde kantekeningen nog eens heel kritisch te bezien eer Westervoort er toe overgaat dit document te gebruiken als toetsingsinstrument voor vergunningen en plannen.
Bovendien lijkt door de huidige opstelling een echt MIS uit het zicht te verdwijnen.
Bovenstaande kritische beschouwing heeft zich beperkt tot de hier aangedragen elementen maar is even zo goed toepasbaar voor de conclusies ten aanzien van NOx en geluid.
De conclusie is daarom: